zondag 20 februari 2011

Keep on rockin' in the free world


Vorige week vrijdag was er op onze afdeling op de universiteit een introductiedag voor eerstejaars. Ik was daar ook bij omdat ik even wat moest vertellen over wat ik hier zoal kom doen. Er werd Zuid-Afrikaanse kunst behandeld, waaronder bovenstaande afbeelding. Als ik me het goed herinner heet het ‘Josey Baby’ van Kendell Geers. Josey is trouwens een bijnaam voor Joburg, wat weer een bijnaam is voor Johannesburg, ahaa. De titel werd er echter niet bijgezegd, daar moesten de studenten mee komen. Na zo’n typische eerstedag-stilte onder de kids, opperde ik zoiets als ‘baby opgesloten’. De klas was daar verbaast over, zij kwamen met ‘baby veilig’.

In de reactie van de studenten zit eigenlijk een ander soort denken. Voor mij, en voor eigenlijk alle uitwisselingsstudenten, voelen alle veiligheidsmaatregelen als een belemmering van je bewegingsvrijheid, en dat is even wennen. Je kunt er hier niet omheen dat er criminaliteit is. Zelf ben ik het nog niet zo erg tegengekomen, maar je wordt er overal en door iedereen voor gewaarschuwd. ‘You got to be smart’, is de leus hier. Je moet weten wat je wel en wat je niet moet doen. Zo moet je ’s avonds niet alleen op straat lopen. Vanuit de universiteit kregen wij het ‘though buddy system’ geleerd, wat eigenlijk gewoon betekend ‘samen uit, samen thuis’. Je moet eigenlijk altijd bij elkaar blijven en een oogje in het zijl houden. Nadeel is dat je je hier meer als een groep moet bewegen, en dat voelt soms als een beperking.

Voor Zuid-Afrikaners is dat niet echt een probleem. De blanke bevolking (zoals bovengenoemde studenten) sluit zich gewoon graag op achter dikke muren met prikkel- of schokdraad. Op het hek prijkt dan een bordje van een beveiligingsbedrijf met de belofte ‘armed response (gewapende reactie)’.  Als je ergens  heen moet doe je dat met de auto en absoluut niet met het openbaar vervoer. De zwarte bevolking lijkt zich er minder zorgen over te maken.




 Ik  mis dus wel eens de vrijheid van Groningen op de fiets. Gewoon het feit dat je van tevoren niet hoeft na te denken hoe, hoelaat en met wie je naar huis komt. Toch moet ik zeggen dat het steeds beter gaat met de weg vinden hier in Pretoria. De oplossing is namelijk te vinden in taxibusjes. Dat is een vervoer van de lokale zwarte bevolking. Het zijn gammele busjes gevuld met maximaal 16 mannen, vrouwen en kinderen die een ‘vaste’ route van de ene wijk naar de andere rijden. Dat doen ze echter zo willekeurig dat het iets chaotisch wordt. Maakt niet uit, want ze brengen je er wel voor 90 eurocent. Het geld wordt dan ingezameld door de passagiers zelf. Met name de persoon die op de bijrijderstoel zit gaat over het wisselgeld en de berekeningen. Dus ik stap met mijn Tilburgse vriend Pim in zo’n busje voor de eerste keer, komt Pim voorin te zitten. Hilarisch, hij wist niet wat ‘m overkwam. Tsja, en zo ga ik dus nu met anderen of alleen naar Brooklyn, een wijk naast de onze, waar twee bioscopen zijn in een winkel centrum. Films moet ik natuurlijk altijd blijven bezoeken. Dat busje geeft dus een soort vrijheid.

Baaie groete

zondag 13 februari 2011

In the summertime, when the weather is high

Zoals genoemd in mijn vorige blog is het hier zomer. We hebben dus last van een kleine klimaatjetlag. Dat betekend niet alleen dat de temperatuur hier kan stijgen tot bijna veertig graden maar ook dat het schooljaar hier nu pas begint. De vakanties lopen op een eind. De laatste strubbelingen van de Zuid-Afrikaanse vakantie hebben we nog even meegepakt.

Omdat hier de colleges maandag pas beginnen hadden wij als uitwisselingsstudenten vrij weinig te doen. Wat lezen, praten en kaarten met een biertje erbij ging wat vervelen. Op advies van anderen zijn we dan maar gaan reizen omdat tijd daarvoor verderop in het semester schaars zou kunnen zijn. Wij, dat zijn de jongens van hier, wilden met z’n tienen naar Durban gaan. Toen we echter informatie gingen inwinnen wilden vrijwel alle meiden van de uitwisselingsgroep ook mee. Wij dus met 24 mensen op stap in drie gehuurde busjes.

Durban is voor Zuid-Afrikaanse begrippen dichtbij; slechts zes uur rijden. Wij deden er zeven uur over vanwege echt on-weer onderweg. Eenmaal aangekomen voelde je daar de hitte van de zee. Het is oer-Hollandse klamme lucht daar. Ik had de accommodatie geregeld en dat viel gelukkig in de smaak. Het was niet bepaald een schoon hostel, maar de sfeer was er erg goed. Elke avond wel een party of een braai (braai is Afrikaans voor barbecue, al betreft het woord ‘braai’ meer een soort cultuur waarin men wekelijks dikke lappen vlees op de gril gooit). En dan met de tien jongens ergens bovenin op een kamer. Dat was dus zweten, ongelooflijk. Maar wel erg gezellig.

Wat we deden in Durban? Tsja, wat doen mensen op een soort vakantie? Strand (Indische oceaan) en beetje proberen te surfen. Na één dag was ik wel klaar met die hete zon. Locals liggen trouwens ook allemaal in de schaduw, alleen toeristen en uitwisselingsstudenten laten zich verbranden door de zon. Gelukkig niet verbrand maar toch maar wat musea en het lokale dolfinarium opgezocht. En een voetbalwedstrijd bezocht in het spectaculaire WK-stadion.




We hebben vijf nachten doorgebracht in Durban. Omdat we de busjes voor een week hadden wilden we nog even langs Lesotho. Dat is een onderontwikkeld autonoom land binnen Zuid-Afrika. Advies van de mensen bij het hostel leerde dat het voor zo’n grote groep als wij waren een beetje te onderontwikkeld was. Dus last-minute zijn we nog bij de kust omhoog gegaan, zo'n 300 km. Daar zijn grote natuurgebieden. En als je hier naar het noorden gaat wordt het dus warmer, nog warmer. Maar toch geweldig daar in die gebieden. Met een safari zijn we op zoek gegaan naar de dieren. Die lieten zich toch redelijk goed zien. Niet in de minste plaats omdat we er vroeg bij waren (4 uur opstaan en we blijven studenten, dus vroeg naar bed is geen optie). Het lijstje van de ‘big five’ werd gretig afgewerkt, maar helaas bij thuiskomst ontbrak alleen nog de luipaard. Wij naar het strand die middag om wat te snorkelen en op de terugweg naar het dorp: een luipaard in de berm. Zo lopen ze daar dus rond. Hoewel de luipaard nog ver van het dorp was, liepen in St. Lucia de nijlpaarden ’s avonds op de weg. Dat waren niet de enige wilde beesten. Een gekko (soort salamander) verbleef op onze kamer en bleef maar terugkomen, samen met wat duizendpoten. En bij het hostel ook kevers zo groot als je handpalm en een spin die zo groot was als m’n hele hand. Het avondritueel was dat we lekgeprikt werden door de muggen. Zolang het geen malariamuggen zijn is het geen probleem. Al met al toch de beste last-minute beslissing ooit. Zul je altijd zien.




En dan de terugreis van een volle dag. We reden via Piet Retief naar Ermelo naar Middelburg en dan naar Pretoria. Dat is geen grap. Er is hier een hele provincie met vrijwel alleen Nederlandse namen. En nu weer lekker in Tuksdorp (woensdag 9 feb). Ook een hitte hier, maar geen klamme lucht. We zitten landinwaarts en op hoogte (1000m ofzo). Summertime is nu dus voorbij. Ongeveer dan, want dit weekend nog wat festiviteiten. Daarna begint het bikkelen. Tot nu toe was het een geslaagde trip.

Baaie groete

woensdag 2 februari 2011

Welcome to the jungle

Hallo Holland, hier Pretoria.
We zijn een week verder en ik ben al enigszins gewend geraakt aan het gebouw, of de barakken zoals wij het soms wel eens zelf noemen. Natuurlijk is het allemaal niet zo erg maar we zijn allemaal verwende westerlingen. Dus voorlopig nog geen internet, geen tv, geen muziek en geen krant. Dat is natuurlijk even wennen voor mensen die normaal gesproken altijd ‘connected’ zijn.  Aan de andere kant: geen kakkerlakken of ander ongedierte. Alleen de dagelijkse muggenbeten, al valt dat nog wel mee. Dat heb je in een Nederlandse zomer ook maar omdat ik hoorde dat het ijs bij jullie al op de sloten ligt, kunnen jullie je vast weinig voorstellen van de dikke dertig graden dat het kwik hier in de middag bereikt.



Over dat weer gesproken. Het is hier dus zomer. De volgende maand is het ook nog zomer. Het is dan behoorlijk warm. Toch lopen de dagen iets anders. Het wordt hier licht vanaf vijf uur. Dan komt de boel langzaam op gang. De colleges (die overigens pas op 14 februari aanvangen) beginnen dan ook al om half acht ’s ochtends. Op een introductiedag, zoals wij die gehad hebben toen men ons de stad liet zien, vertrekt de bus dan ook al rond deze  tijd. Alles sluit hier dan ook eerder. Banken sluiten vaak om half drie en de universiteit momenteel om vier uur. Je kunt daar toch redelijk vlot aan wennen. De afgelopen week ben ik zelfs eerder opgestaan om te gaan hardlopen of zwemmen. Een verschil is wel dat het hier niet lang licht blijft. Vanaf zeven uur is het ongeveer donker. De spiegel met Nederland is dat hier nu de dagen korter zullen worden en bij jullie langer. Maar ik zit er nog maar een week, dus daar kan ik nog weinig over zeggen.
Ik kan wel zeggen dat het hier goed vertoeven is. Omdat er nog weinig te doen is voelt het een beetje als een vakantie. Ik ga nog dagelijks naar de universiteit maar mijn huisgenoten hangen een beetje rond. Omdat de voorzieningen in de keuken minimalistisch te noemen zijn (er zijn wel pannen maar de meesten hebben geen handvaten) gaan we redelijk vaak ergens wat eten. Dat kan vrij goedkoop, voor onder de vijf euro.
De universiteit is gigantisch te noemen. 53 duizend studenten. Aan de ene kant zijn er hele theoretische dingen maar omdat men hier geen echte scheiding kent tussen mbo/hbo/universiteit kun je ook vakken volgen als schilderen en computercursussen. De meeste opleidingen zijn gelegen op de campus. Dat is een groot complex met een eigen winkelcentrumpje en veel eetgelegenheden. De bibliotheek laat nog iets te wensen over maar vergelijken heeft geen zin.


Vrijwel dagelijks loop ik langs de registratieafdeling omdat dit nog steeds niet rond is. Meestal voert de mevrouw achter de balie een nummer in in de computer, kijkt ze moeilijk, en zegt dan: “please come back tomorrow”. Dat is dus het ‘welcome to the  jungle’ waar de universiteitskrant over schreef deze week. Met 53 duizend studenten die deze weken ergens beginnen is het een beetje een chaos. Zo moet iedereen verplicht een van de twee zorgverzekeraars krijgen die ze hier aanbieden. Wij Nederlanders dus ook. We betalen dus dubbel.
Nu lijkt het alsof het alleen maar negatief is, maar dat is niet zo. Het land is natuurlijk ook erg mooi. Veel groener dan je zou verwachten. Soms regent het hier namelijk en dan regent het ook veel. Maar zoals ons is verteld: “In Africa we don’t curse the rain. For us it’s a blessing, so you should be thankful”. Meer mooie dingen hoop ik deze week te zien. Omdat er nog niet zo veel te doen valt hebben we met de jongens een trip gepland naar Durban. Dat is Zuid-Afrika’s stad aan de zee, met mooie stranden en surfers. De jongens betekend hier alle uitwisselingsstudenten. We zijn met zestien jongens en vijfentwintig meiden. De andere jongens wonen  onder ons, wat ons huis dus erg gezellig  maakt. Toen de meiden van onze trip hoorden wilden ze ook mee, dus nu hebben we een groep van over de twintig personen. Drie busjes worden geregeld en dan gaan we naar de kust. Zo kunnen we ook een beetje van de omgeving zien want normaal gesproken is voor ons het grootste probleem vervoer (je kunt niet zomaar overal op straat lopen).
Dit is een vrij lange blog, dat staat voor de vele nieuwe impressies. Zoals huisgenoot Paul (jawel, hier is ook een Paul, maar nog geen daan en wouter) zei: We zitten er nog maar een week maar het voelt als een maand.  Wanneer men totaal uit zijn natuurlijk omgeving is treed een soort vervreemding op waarin iemand teveel waarneemt voor het moment. Tijd vervalt dan en door een overvloed aan indrukken vervalt het normale tijdsperspectief (dit is eigenlijk allemaal Freud over het 'unheimliche' ). Nu gaan we dus maar settelen en de tijd oppakken (na Durban haha).  
Ik zou nog kunnen schrijven over het hartelijke welkom van mijn academische vrienden aan de visual arts department, maar dat hou ik voor een volgende keer.
Tot zover is het leven goed hier in het spiegelbeeld. De zon schijnt (hij gaat hier over het noorden ipv het zuiden) en we zitten er lekker bij. Een beetje wennen maar dat mag.